Eindevaluatie passend onderwijs

Op 27 mei 2020 presenteerde het Nationaal Regieorgaan onderwijsonderzoek (NRO) tijdens een online symposium de eindevaluatie passend onderwijs. Sinds de invoering van de Wet passend onderwijs in 2014 heeft het NRO in opdracht van het ministerie van OCW de in- en uitvoering van passend onderwijs periodiek geëvalueerd. De eindevaluatie betrof vooral het po en vo, toch zijn er een aantal conclusies te trekken over het mbo.

Na de zomer stuurt het ministerie van OCW de eindevaluatie naar de Tweede Kamer met daarbij een kabinetsreactie waarin wordt teruggeblikt op en vooruitgeblikt naar passend onderwijs in de komende jaren. De MBO Raad en de Kerngroep van het Platform Passend Onderwijs zijn betrokken bij het opstellen van het mbo-deel van de kabinetsreactie.

Verschil po/vo en mbo

De eindevaluatie gaat vooral over het po en vo, omdat daar met de invoering van de Wet passend onderwijs sprake was van een stelselwijziging. Voor het mbo was dat niet het geval. De belangrijkste principes lagen al vast in de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte (uit 2003). Die wet borgt het recht op toelating van de student met beperking of chronische ziekte en verplicht de school om het volgen van de opleiding mogelijk te maken (tenzij sprake is van ‘onevenredige belasting’ voor de school).

Passend onderwijs in mbo

De maatregelen die in het mbo werden ingevoerd met passend onderwijs waren:

• Afschaffing (net als in het po en vo) van de zogenoemde leerlinggebonden financiering (LGF) en toevoeging van de middelen aan de lumpsum.
• Vastleggen van afspraken tussen de student (en bij minderjarigheid ook zijn of haar ouders) en de school over extra ondersteuning in een bijlage bij de onderwijsovereenkomst (OOK).
• Verplichting voor mbo-scholen om (net als in po en vo) een schoolondersteuningsprofiel te maken. Daarin geeft de school informatie over de extra ondersteuning die ze kan bieden.

Hoofdstuk 12 van het eindrapport gaat specifiek over passend onderwijs in het mbo. Ook in de eerste drie hoofdstukken van het rapport wordt het mbo genoemd.

Conclusies mbo in de eindevaluatie

Scholen waarderen de grotere flexibiliteit die ze hebben gekregen nu ze de middelen voor ondersteuning rechtstreeks ontvangen. Een indicatie om voor extra ondersteuning in aanmerking te komen, is niet meer nodig.
Er zijn geen aanwijzingen voor structurele problemen bij de toelating van studenten met een extra ondersteuningsbehoefte.
Studenten zijn overwegend tevreden over de geboden hulp. Er zijn nog knelpunten in het aanbod voor studenten met zware en complexe problemen. Ook doen zich nog knelpunten voor in de samenwerking met gemeenten en jeugdhulp.
Verder zien de onderzoekers dat er in het mbo een verschuiving op gang is gekomen: van ondersteuning vanuit centrale voorzieningen naar meer ondersteuning vanuit de opleidingsteams. Teams gaan daar nog wel verschillend mee om. Op veel mbo-scholen worden opleidingsteams geprofessionaliseerd en versterkt.
Daarnaast is meer aandacht nodig voor ondersteuning van studenten passend onderwijs tijdens de BPV.

Kennisdeling en deskundigheidsbevordering in Platform Passend Onderwijs en via het Kennispunt

De eindevaluatie is gebaseerd op de derde en laatste monitor passend onderwijs mbo. Scholen noemen daarin wat goed gaat en beter kan. In het Platform Passend Onderwijs van de MBO Raad delen scholen goede voorbeelden met elkaar, bijv. over professionalisering van onderwijsteams en samenwerking met gemeenten en jeugdhulp.
Goede voorbeelden kun je ook altijd mailen naar info@passendonderwijsmbo.nl. We plaatsen het dan op deze website.

Via de links hieronder kom je uit bij het eindrapport, een samenvatting, animaties van de conclusies, de presentaties en opnames van het symposium en antwoorden van de onderzoekers op vragen die bezoekers via de chat stelden tijdens het symposium.