Werkagenda VN-verdrag Handicap

Gepubliceerd:

17 juli 2025

Leestijd:

4 minuten

Decorative image

In de nationale strategie VN-verdrag Handicap is afgesproken dat de positie van mensen met een beperking in 2040 in lijn is met het VN-verdrag Handicap. Zo is er een toegankelijke en inclusieve samenleving waarin iedereen kan meedoen. na de vaststelling van de nationale strategie heeft het kabinet gewerkt aan de eerste werkagenda VN-verdrag Handicap. In deze werkagenda, die loopt van 2025 tot en met 2030, staat wat het kabinet de komende vijf jaar gaat doen om de doelstellingen uit de nationale strategie te bereiken.

11 juli 2025 stuurde de staatssecretaris Pouw-Verweij (Langdurige en Maatschappelijke Zorg) de werkagenda naar de Tweede Kamer. In de werkagenda komen allerlei levensdomein aan bod zoals werk en inkomen, wonen, vrije tijd en onderwijs en ontwikkeling.

Doelstellingen voor onderwijs

Voor onderwijs en ontwikkeling worde de volgende doelstellingen voor 2040 genoemd:

  1. Mensen met een beperking kunnen een leven lang leren en ontwikkelen. Zij hebben toegang tot verschillende vormen van onderwijs en ontwikkeling die dat mogelijk maken.
  2. Ieder kind is welkom op de kinderopvang en op school. Kinderen en jongeren, met hun ouders, hebben vrijheid om te kiezen voor de school die bij hen past.
  3. Passende zorg en ondersteuning is beschikbaar, dit vormt geen belemmering om te kunnen leren en ontwikkelen.
  4. Opleiding, werk en voorzieningen voor jongeren met een beperking sluiten goed op elkaar aan.
  5. Plekken en mogelijkheden om te leren en te ontwikkelen zijn fysiek en digitaal toegankelijk.

In de werkagenda staat wat er al gebeurt op het gebied van inclusief onderwijs in het mbo, hbo en wo:

  • OCW heeft een subsidierelatie met het Expertisecentrum Inclusief Onderwijs (ECIO). Met deze subsidie adviseert en ondersteunt ECIO mbo-, hbo- en wo-instellingen met het implementeren van het VN-Verdrag.
  • Studenten tot 30 jaar met een functiebeperking kunnen maatwerkvoorzieningen, die onderwijsinstellingen niet kunnen bieden, aanvragen bij het UWV. Bijvoorbeeld een tolkvoorziening of vervoer naar de onderwijsinstelling. Door een wetswijziging kunnen ook studenten van 30 jaar of ouder onderwijsvoorzieningen aanvragen (beoogde ingangsdatum in 2026).
  • In het mbo en hbo is er aandacht voor de behoeften van leraren in het verzorgen van passend en inclusief onderwijs.
  • Doordat er bij Leven Lang Ontwikkelen (LLO) minder vaak sprake is van een vast onderwijsprogramma, biedt LLO veel kansen voor mensen met een ondersteuningsvraag. De focus ligt bij LLO doorgaans op het volgen van onderdelen van onderwijs (certificaten, microcredentials) en minder op volledige diplomatrajecten. LLO-aanbod is in veel gevallen maatwerkonderwijs.
  • Vanuit de sector wordt gewerkt aan digitale toegankelijkheid. Onderwijsinstellingen worden hierbij ondersteund door SURF en ECIO door middel van toegankelijke tools en handreikingen, kennisuitwisseling en -bevordering.

Daarnaast wordt specifiek ingegaan op wat er al gebeurt in het mbo:

  • Mbo-instellingen hebben de zorgplicht om het volgen van onderwijs mogelijk te maken voor jongeren met een ondersteuningsbehoefte. Instellingen zijn verplicht doeltreffende aanpassingen te doen voor studenten met een beperking (vanuit de Wet gelijke behandeling op grond van handicap en chronische ziekte).
  • In de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) staat afspraken over extra ondersteuning voorafgaand aan de inschrijving schriftelijk moeten worden vastgelegd. Deze afspraken moeten minimaal een keer per jaar worden geëvalueerd tussen student en school en indien nodig bijgesteld. Hier gaat het bijvoorbeeld om aanpassingen in examinering, een aangepast onderwijsprogramma met minder uren en extra ondersteuning bij stages.
  • In de onderwijswetgeving is ook wettelijk geborgd dat het hebben van een ondersteuningsbehoefte geen reden is om de toegang te worden ontzegd. Een student heeft toelatingsrecht als de student voldoet aan de wettelijke vooropleidingseisen.
  • In 2020 is de Verbeteragenda passend onderwijs mbo 2020-2025 gestart. Daarmee is ingezet om op vier thema’s het passend onderwijs in het mbo verder te verbeteren:
    1. Intake van studenten met een extra ondersteuningsbehoefte en betrokkenheid van ouders daarbij.
    2. Kwaliteit van de ondersteuning door onderwijsteams.
    3. Samenwerking mbo-gemeenten-sociaal domein.
    4. Begeleiding van studenten met een extra ondersteuningsbehoefte bij de beroepspraktijkvorming (BPV) en hun eerste stappen op de arbeidsmarkt.
  • OCW heeft met partners uit het veld het Stagepact mbo gesloten. In dit pact is onder andere afgesproken om stagediscriminatie uit te bannen en te zorgen voor goede begeleiding en een passende vergoeding voor alle stagiairs. Het gaat om alle vormen van discriminatie, ook op basis van een chronische ziekte of beperking.

Verder worden in de werkagenda de volgende maatregelen nader uitgewerkt:

  1. OCW bevordert de digitale toegankelijkheid in het vervolgonderwijs (via programma Npuls).
  2. OCW voert de Wet School naar duurzaam werk in. Deze wet zorgt er o.a. voor dat mbo-studenten met een functiebeperking beter begeleid worden in hun zoektocht naar een baan.
  3. OCW maakt een betere overgang mogelijk van het v(s)o naar het mbo. Voor toegankelijke en laagdrempelige ondersteuning voor jongeren verplicht OCW Doorstroompunt-regio’s om hierover afspraken te maken in hun nieuwe regionale programma vsv en van school naar duurzaam werk dat per 1 januari 2026 ingaat.
  4. Maatregel 4: OCW verbetert de begeleiding tijdens de beroepspraktijkvorming (leergang BPV-begeleiding).

Gerelateerde links

Gerelateerde artikelen

Meer weten over dit onderwerp?

passendonderwijs © Copyright 2025