
Om te garanderen dat alle studenten onderwijs krijgen dat bij hen past, is op 1 augustus 2014 de Wet passend onderwijs ingevoerd. Deze wet bracht voor het mbo geen (extra) zorgplicht mee. De mbo-instellingen vielen al onder de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte (Wgbh/cz). Volgens deze wet zijn instellingen verplicht doeltreffende aanpassingen te doen voor studenten met een beperking. Voorbeelden van aanpassingen zijn: een onderwijsprogramma met minder uren begeleide onderwijstijd (BOT) en/of beroepspraktijkvorming (BPV) of aanpassingen in de aard en vorm van examinering. De aanpassingen mogen geen onevenredige belasting vormen voor de instelling en mogen niet leiden tot een verlaging van het niveau of de examens.
Maatwerk
Passend onderwijs betekent een zo passend mogelijke plek voor elke student. In tegenstelling tot het basis- en voortgezet onderwijs kent het mbo geen aparte onderwijsvorm waar studenten apart specialistische of intensieve begeleiding krijgen. Dit betekent dat mbo-scholen hun onderwijs en examinering zó inrichten dat er al bij de start van de opleiding rekening wordt gehouden met een eventuele extra ondersteuningsbehoefte van studenten. Het mbo adviseert de student over opleidingen waarvoor hij/zij kansrijk is voor het behalen van een diploma. Studenten kunnen ook een mbo-verklaring krijgen wanneer zij niet in staat zijn een diploma te behalen en een bewijs willen van de examenonderdelen die zijn behaald of afgelegd.
Ondersteuningsaanbod
Welke ondersteuning een school biedt, staat beschreven in het ondersteuningsaanbod van de school, over het algemeen te vinden op de website van de school. Heeft een student ondersteuning nodig die niet in het ondersteuningsaanbod staat? Dan moet de school onderzoeken of deze ondersteuning toch geboden kan worden.
Vastleggen afspraken over extra ondersteuning
Het is belangrijk dat de aspirant-student zijn of haar ondersteuningsbehoefte kenbaar maakt tijdens de aanmeld- en inschrijfprocedure. De school en de student moeten namelijk afspraken over extra ondersteuning schriftelijk vastleggen voorafgaand aan de inschrijving.
De extra ondersteuningsafspraken zijn een privaatrechtelijke overeenkomst. Dat betekent dat studenten vanaf 16 jaar zelfstandig akkoord kunnen gaan. Alleen als de student op het moment van het vastleggen van de afspraken jonger dan 16 jaar is, is ook akkoord van een ouder/verzorger/voogd nodig. Ouders/verzorgers/voogden betrekken bij het aanmeld- en inschrijfproces is over het algemeen wel wenselijk.
OOGO
Mbo-scholen zijn geen lid van de regionale samenwerkingsverbanden voor passend onderwijs. Wel geldt vanaf 1 januari 2019 de wettelijke verplichting voor mbo-scholen zich aan te sluiten bij het OOGO, op overeenstemming gericht overleg met gemeenten en samenwerkingsverbanden passend onderwijs voor het voortgezet onderwijs.
VN-verdrag handicap
Sinds juli 2016 is in Nederland het VN-verdrag handicap van kracht. Dit betekent dat Nederland zijn uiterste best moet doen om ervoor te zorgen dat mensen met een beperking dezelfde kansen en mogelijkheden hebben als mensen zonder beperking. In het verdrag staat onder andere een artikel (art. 24) over onderwijs en dan met name de toegankelijkheid ervan voor mensen met een beperking.
Het College voor de Rechten van de Mens houdt toezicht op de uitvoering van het verdrag in Nederland. Op de website van het College staat meer informatie over de taken van het College voor de Rechten van de Mens.
Gerelateerde artikelen
Loading...
Meer weten over dit onderwerp?
Stel een vraagAanmelden nieuwsbrief
passendonderwijs © Copyright 2025