VN-verdrag Handicap

Sinds juli 2016 is in Nederland het VN-verdrag Handicap van kracht. Dit betekent dat Nederland zijn uiterste best moet doen om ervoor te zorgen dat mensen met een beperking dezelfde kansen en mogelijkheden hebben als mensen zonder beperking. Denk bijvoorbeeld aan fysieke toegankelijkheid van (school)gebouwen, aanpassingen in onderwijsprogramma's, het aanpassen van lesmethodes door bijvoorbeeld gebruik te maken van visuele of auditieve hulpmiddelen en het bieden van individuele ondersteuning door een mentor of studieloopbaanbegeleider of ondersteuning door een gebarentaaltolk, persoonlijke assistentie of technische hulpmiddelen. 

Naast onderwijs en ontwikkeling gaat het verdrag om:

• ​werk en inkomen;
• ​wonen;
• ​gezondheid en ondersteuning;
• ​vervoer;
• ​vrij tijd, sport, cultuur en media;
• ​veiligheid en rechtsbescherming.

Het VN-verdrag Handicap, en met name artikel 24, legt de nadruk op het recht op onderwijs voor iedereen, inclusief mensen met een beperking. Het verdrag verplicht lidstaten, waaronder Nederland, om een inclusief onderwijssysteem te ontwikkelen waarin iedereen zonder discriminatie en met gelijke kansen kan leren. Dit betekent dat mbo-scholen toegankelijk moeten zijn en barrières moeten wegnemen, zowel fysiek als in lesmethodes en materialen. Daarnaast wordt gevraagd om redelijke aanpassingen te bieden, zoals alternatieve toetsvormen, gebruik van hulpmiddelen (bijvoorbeeld spraaksoftware), en persoonlijke begeleiding.

Het verdrag moedigt aan om een inclusieve cultuur te creëren waarin diversiteit wordt gewaardeerd en de unieke talenten van iedere student worden erkend. Inclusief onderwijs is meer dan alleen fysiek aanwezig zijn; het gaat om volledige participatie en ondersteuning op maat, zodat studenten zich volledig kunnen ontplooien.

Het uiteindelijke doel is een onderwijssysteem waarin niemand wordt buitengesloten en iedereen de kans krijgt succesvol te zijn.