Wgbh/cz

Vanuit de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte (Wgbh/cz) hebben studenten met een handicap of chronische ziekte recht op doeltreffende aanpassingen. Een aanpassing is doeltreffend als deze is gericht op het wegnemen van belemmeringen voor het op gelijke voet met anderen deelnemen aan het onderwijs. Dat kan voor de ene student iets anders zijn dan voor de andere student.

Voorbeelden van aanpassingen zijn: een onderwijsprogramma met minder uren begeleide onderwijstijd (BOT) en/of beroepspraktijkvorming (BPV) of aanpassingen in de aard en vorm van examinering.

De school moet individueel onderzoek doen welke aanpassingen geschikt en noodzakelijk zijn voor de student. De aanpassingen mogen geen onevenredige belasting vormen voor de school en mogen niet leiden tot een verlaging van het niveau van de opleiding of de examens.

In uitzonderlijke gevallen komt het voor dat de school, op basis van de uitkomsten van het gedane onderzoek, de student niet hoeft toe te laten.